Krediet:
Lening.
Kredietkosten:
Het extra bedrag wat je moet betalen als je geld leent. Hierbij gaat het
om rente en overige kosten.
Kredietvormen:
Verschillende soorten leningen. Banken hebben de volgende leningen:
Doorlopend krediet, persoonlijke lening en salariskrediet. Bedrijven
hebben de volgende leningen: Koop op afbetaling en huurkoop.
Provisie (transactiekosten):
Kosten die je de bank moet betalen als je geld wil omwisselen.
Rekeningafschrift:
Overzicht van alle betalingen en ontvangen en het saldo van je
betaalrekening.
Spaardeposito:
Een rekening waarbij je geld voor een bepaalde periode vaststaat.
Spaarmotieven:
De redenen waarom je spaart.
Variabele rente:
Rente waarbij de rente niet vaststaat, maar kan veranderen.
Vreemde valuta:
Geld uit het buitenland.
Wisselkoers:
De prijs van vreemd geld. De wisselkoers geeft aan hoeveel je voor
vreemd geld je moet betalen of krijgt voor een euro. |