vmbo klas 3 economie pincode vmbo-3 3e klas economie oefenen

Pincode 3e klas hoofdstuk de bank en jouw geld

Economiepagina, voor het oefenen van economie pincode vmbo 3e klas

Nieuwe begrippen hoofdstuk 2:  De bank en jouw geld

 
youtube economie samenvatting economie onderbouw oefenen economie klas 3 vmbo economie vmbo mavo 3e klas 3 de bank en jouw geld mavo vmbo 3 economie begrippen vmbo mavo 3e klas 3

Chartaal geld:
Munten en bankbiljetten. Contant geld of cash.

Consumptief krediet:
Geld dat je leent om een duurzaam consumptiegoed te kopen.

Creditsaldo:
Een positief saldo hebben op je betaalrekening.

Debetsaldo:
Als je geld tekort hebt op je betaalrekening. Je staat dan rood of in de min.

De Nederlandsche Bank (DNB):
De centrale bank van Nederland. De Bank is in 1814 opgericht en heeft het Nederlandse alleenrecht op de uitgifte van bankbiljetten. Tegenwoordig is een groot aantal taken van DNB overgenomen door de Europese Centrale Bank (ECB) na de invoering van de Euro.

Elektronisch geld:
Geld dat op een pasje staat.

Eurozone:
Alle EU-landen die de euro als wettig betaalmiddel hebben.

Giraal geld:
Geld dat op je betaalrekening staat. Het geld kan via pinnen of overschrijving worden in contanten worden opgenomen.

Hypothecaire lening (hypotheek):
Een hypotheek (hypothecaire lening) is een geldlening met een lange looptijd voor een huis, gebouw of fabriek met dit gebouw onderpand. Als de lening niet kan worden voldaan legt de bank beslag op het gebouw.

Inflatie:
Stijging van de prijzen.

Krediet:
Lening.

Kredietkosten:
Het extra bedrag wat je moet betalen als je geld leent. Hierbij gaat het om rente en overige kosten.

Kredietvormen:
Verschillende soorten leningen. Banken hebben de volgende leningen: Doorlopend krediet, persoonlijke lening en salariskrediet. Bedrijven hebben de volgende leningen: Koop op afbetaling en huurkoop.

Provisie (transactiekosten):
Kosten die je de bank moet betalen als je geld wil omwisselen.

Rekeningafschrift:
Overzicht van alle betalingen en ontvangen en het saldo van je betaalrekening.

Spaardeposito:
Een rekening waarbij je geld voor een bepaalde periode vaststaat.

Spaarmotieven:
De redenen waarom je spaart.

Variabele rente:
Rente waarbij de rente niet vaststaat, maar kan veranderen.

Vreemde valuta:
Geld uit het buitenland.

Wisselkoers:
De prijs van vreemd geld. De wisselkoers geeft aan hoeveel je voor vreemd geld je moet betalen of krijgt voor een euro.

 
youtube economie samenvatting economie onderbouw oefenen economie klas 3 vmbo economie vmbo mavo 3e klas 3 de bank en jouw geld mavo vmbo 3 economie begrippen vmbo mavo 3e klas 3