vmbo klas 4 economie pincode vmbo-4 4e klas economie oefenen

Pincode 4e klas hoofdstuk 2 kom je ermee uit?

Economiepagina, voor het oefenen en leren van economie pincode vmbo 4e klas

Nieuwe begrippen hoofdstuk 2:  Kom je ermee uit?

 
youtube economie samenvatting economie onderbouw oefenen economie klas 4 vmbo economie vmbo mavo 4e klas 4 kom je ermee uit? mavo vmbo 4 economie begrippen vmbo mavo 4e klas 4

Begroting:
Een overzicht van de te verwachten inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode.

Beleggen:
Het kopen van bijvoorbeeld aandelen waarvan je verwacht dat deze meer waard zullen worden.

Budgetteren:
Het maken van een begroting. Hierbij hou je rekening met je inkomsten en uitgaven.

Dagelijkse uitgaven:
Uitgaven die je normaal doet voor je dagelijkse levensonderhoud.

Directe ruil:
Goederen (of diensten) ruilen voor goederen (of diensten). Bij directe ruil gebruik je GEEN geld.

Geldfuncties:
Geld heeft een aantalfuncties: Ruilmiddel, rekenmiddel of spaarmiddel.

Hypothecaire lening (hypotheek):
Een hypotheek (hypothecaire lening) is een geldlening met een lange looptijd voor een huis, gebouw of fabriek met dit gebouw onderpand. Als de lening niet kan worden voldaan legt de bank beslag op het gebouw.

Incidentele uitgaven:
Uitgaven die je heel af en toe doet. Het is verstandig om voor incidentele uitgaven geld opzij te zetten.

Indirecte ruil:
Ruil waarbij je geld gebruikt.

Inflatie:
Stijging van de prijzen.

Inkomensvormen:
Er zijn 3 vormen van inkomen: Inkomen uit arbeid: de beloning is loon. Inkomen uit bezit: de beloningen zijn rente en huur. Overdrachtsinkomen: inkomen zonder tegenprestatie, bijvoorbeeld een uitkering of zakgeld.

Lenen:
Aankopen doen met geld van anderen. Vaak moet je rente betalen als geld leent.

Provisie:
Kosten die je de bank moet betalen als je geld wil omwisselen.

Rente:
Beloning die je krijgt als je geld uitleent. Als je geld geleend hebt, dan moet je rente betalen. Rente wordt aangegeven in procenten.

Reserveren:
Zorgen dat je geld achter de hand hebt, waarmee je later grote of onverwachte uitgaven kunt doen. Reserveren is hetzelfde als sparen.

Spaardeposito:
Een rekening waarbij je geld voor een bepaalde periode vaststaat.

Sparen:
Het niet uitgeven, maar achter de hand houden van een stuk van je inkomen.

Vaste lasten:
Uitgaven die om de zoveel tijd terugkomen en waar je meestal een contract voor hebt. Bijvoorbeeld: stroom, abonnement gsm of verzekeringen.

 
youtube economie samenvatting economie onderbouw oefenen economie klas 4 vmbo economie vmbo mavo 4e klas 4 kom je ermee uit? mavo vmbo 4 economie begrippen vmbo mavo 4e klas 4