Afzet:
Het aantal verkochte producten.
Bedrijfskosten:
De kosten die een bedrijf maakt om te kunnen produceren. Voorbeelden:
loon, huurkosten, reclame, verzekeringen en vervoer.
Brutowinst:
Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde.
BTW (omzetbelasting):
Een belasting die een bedrijf moet optellen bij de verkoopprijs.
Consumentenprijs:
Verkoopprijs inclusief BTW. Dit is de prijs die de klant betaalt. |