Bereken de afschrijving per jaar!

Goed lezen en rekenen.

Tweet

1. De snoepwinkel heeft een nieuwe kassa gekocht voor € 5.000,-. De levensduur is 10 jaar. Bereken de afschrijving per jaar.
2. De betonmolen van het bouwbedrijf kostte € 1.250,- en gaat 5 jaar mee. Na deze vijf jaar koopt een opkoper hem op voor € 150,- via internet. Bereken de afschrijving per jaar.
3. Bij de Primark hebben ze nieuwe etalagepoppen gekocht voor het filiaal in Rotterdam. De totale prijs was € 6.000,- en ze gaan 5 jaar mee. De restwaarde is € 500,-. Bereken de afschrijving per jaar.
4. De bedrijfsauto van de pizzeria kost € 22.000,- en gaat 10 jaar mee. De restwaarde is € 3.500,-. Bereken de afschrijving per jaar.
5. De pc van de receptie van het verzorgingstehuis kost € 1.125,- en gaat 4 jaar mee. De restwaarde is € 75,-. Bereken de afschrijving per jaar.
6. De demo-televisie van de bouwmarkt kost € 675,- en gaat 4 jaar mee. De restwaarde is € 50,-. Bereken de afschrijving per jaar.
7. De boekenkasten van de boekwinkel zijn gekocht voor € 27.000,- en de restwaarde na 8 jaar is € 3.500,-. Bereken de afschrijving per jaar.
8. De olieopslagtank van het benzinestation kostte € 85.000,- er is geen restwaarde. De levensduur is 34 jaar. Bereken de afschrijving per jaar.