Consumeren of investeren?
Kies het juiste begrip.
Tweet
1. Je koopt een frietje bij de snackbar.
Consumeren
Investeren
2. De automonteur koopt nieuw gereedschap.
Consumeren
Investeren
3. Je koopt een nieuwe ketting voor je fiets.
Consumeren
Investeren
4. De verzekeringsmaatschappij koopt een nieuw kantoor in het centrum van de stad.
Consumeren
Investeren
5. Je koopt een gloednieuwe Ipad bij de elektronica-winkel.
Consumeren
Investeren
6. De schoolleiding koopt nieuwe computers voor in het computerlokaal.
Consumeren
Investeren
7. De bouwmarkt koopt een nieuwe televisie om in de winkel reclames te laten zien.
Consumeren
Investeren
8. Je ouders kopen een nieuwe televisie voor in de woonkamer.
Consumeren
Investeren
Kloppen mijn antwoorden?
OK