Dagelijkse uitgaven, vaste lasten of incidentele uitgaven?

Kies het juiste begrip.

Tweet

1. De contributie die moet betalen aan de voetbalvereniging.
2. De wasmachine gaat ineens kapot door blikseminslag. Helaas moet je nu een nieuwe kopen. De verzekering dekt de schade helaas niet.
3. Je koopt een brood bij de bakker.
4. De hypotheek die je ouders voor hun huis betalen.
5. Je abonnementskosten van je mobiele telefoon bij T-mobile.
6. Je koopt een pot gel bij de drogist die op het winkelcentrum een winkel heeft.
7. Je boekt een jongerenvakantie naar Lloret de Mar in Spanje waar het iedere zomer feest is.
8. Je koopt een keer per jaar een fles chloor om het toilet schoon te maken.