1. De bedrijven en de burgers. De sector wil winst maken.
2. De is de uitleg over de rijksbegroting.
3. Als de overheid meer geld uitgeeft dan ze ontvangt spreken we van een begrotings.
4. De is het overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven die het Rijk voor het komende jaar verwacht.
5. Het schema dat aangeeft hoe de inkomens in een land verdeeld zijn noemen we de .
6. is de verplichte afdracht die burgers en bedrijven aan de overheid betalen.
7. De overheid en de instellingen van de sociale verzekeringen. De sector levert goederen en diensten aan alle inwoners zonder naar winst te streven.
8. De overheid zorgt via wetten voor een inkomen voor mensen die niet voldoende geld hebben om van te leven. Dit is het stelsel van sociale .
9. De belangrijkste voorzieningen in een land. Bijvoorbeeld: wegen, vliegvelden, communicatie en elektriciteitsvoorzieningen. Dit alles noemen we de .
10. is een belasting op bepaalde goederen om het verbruik te verminderen. Bijvoorbeeld op alcohol, tabak en brandstof.