Invuloefening oefenen toets Pincode 4 hoofdstuk 8 Hoe groot is jouw wereld? mavo vmbo alle begrippen

Vul de ontbrekende woorden in.

Tweet

1. Overzicht van alle ontvangsten uit het buitenland en betalingen aan het buitenland. De handelsbalans en dienstenbalans zijn onderdeel van de .
2. is de mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.
3. Een groep landen met dezelfde munt is een unie.
4. De geeft een overzicht van de invoerwaarde en uitvoerwaarde van alle goederen en diensten.
5. Wanneer een land voor de export afhankelijk is van een of enkele producten, spreken we van een .
6. maatregelen zijn maatregelen om de eigen productie en werkgelegenheid te beschermen tegen de concurrentie uit het buitenland.
7. Het inkomen bestaat uit alle inkomens van alle bewoners van een land bij elkaar opgeteld.
8. De oorzaak van een probleem is het gevolg van een ander probleem. Zonder hulp kan dit niet opgelost worden. Je zit dan in een cirkel.
9. Snelle hulp die bestaat uit voedsel, medicijnen en tenten. Dit noemen we hulp.
10. Ontwikkelingshulp gericht op de lange termijn, waardoor deze landen zelfstandiger kunnen worden. Dit noemen we hulp.
11. We spreken van als de regels binnen de verschillende EU-landen steeds meer gelijk worden. Hierdoor zijn er minder verschillen en is er eerlijkere concurrentie.
12. Rijke landen geven geld en andere hulp aan de ontwikkelingslanden. Hierdoor kan hun economie verbeteren. Dit noemen we ontwikkelings.
13. Eerlijke handel. Hierdoor worden mensen minder uitgebuit in ontwikkelingslanden en zal kinderarbeid verdwijnen.Dit noemen we trade.
14. Er is als er geen belemmeringen zijn bij de handel tussen landen.
15. De geeft de verhouding tussen de prijzen van de exportgoederen en de prijzen van de importgoederen.
16. De internationale positie zorgt dat landen de producten produceren en verkopen die zij het beste of het goedkoopste kunnen produceren.
17. Alle landen die de euro hebben zijn lid van de Monetaire Unie.
18. Geld dat de overheid aan bedrijven geeft, hierdoor kunnen zij goedkoper hun producten in het buitenland verkopen. Dit is export.
19. De belasting die je moet betalen als je een product invoert, noemen we rechten.
20. is het beperken van de hoeveelheid producten die mag worden ingevoerd.
21. Er is sprake van internationale als landen zich specialiseren in goederen en diensten die zij het beste of goedkoopste kunnen produceren.
22. Het inkomen per hoofd van de bevolking is het inkomen wat een inwoner van een land heeft.