1. De leraar economie die jou altijd goed les geeft. | | |
2. De charmante dame die bij de bank achter de
servicebalie werkt. | | |
3. De aardbeienboer waar je tijdens de zomervakantie aardbeien plukt. | | |
4. De machinefabriek waar altijd een hoop lawaai heerst, als je er langs fietst. | | |
5. Vissersboot Jacobus die zijn netten ophaalde en zag dat ze een hele goede vangst hadden.
De vis kunnen ze met een goede opbrengst verkopen. | | |
6. In de noordelijke provincies wordt er aardgas en aardolie gewonnen. | | |
7. De verzekeringspremie van je scooter moet je per maand aan de verzekeringsmaatschappij betalen. | | |
8. De abonnementskosten van je mobiel zijn erg gestegen omdat je veel MB's hebt gebruikt de laatste maand.
Het lijkt wel of je iedere maand meer en meer verbruikt. | | |
9. In het verzorgingstehuis is er op iedere donderdagavond een grote bingo met mooie prijzen voor de bewoners en de gasten.
Laatst had je oma een mooie fotolijst gewonnen. | | |
10. Het aannemersbedrijf heeft in drie maanden tijd een geheel nieuw kantorencomplex op het bedrijventerrein gemaakt. | | |
11. In de bioscoop kijk je naar een film. | | |
12. Omdat je laatst van met voetbal je been had gebroken moest je naar het ziekenhuis. | | |