1. Koos ontvangt per maand € 50,- zakgeld van
zijn ouders. Hoeveel is dit per week? | | |
2. Per jaar is het inkomen van je leraar € 42.500,-. Hoeveel is dit per week? | | |
3. In een week
koopt Anita gemiddeld drie lippenstiften bij de drogist. Hoeveel koopt ze er per jaar
als ze er iedere maand net zoveel koopt? | | |
4. In een maand plukt Pjotr
de Pool gemiddeld 78 kistjes aardbeien. Hoeveel is dit gemiddeld per week? | | |
5. Oma geeft iedere week € 35,- aan haar kleinkind. Hoeveel is dit per maand? | | |
6. Per jaar koopt Truus 104 zakken chips. Hoeveel koopt ze er per week? | | |
7. € 82,15 betaalt Sjaak per maand aan energie. Hoeveel is dit per jaar? | | |
8. Per week koopt Guus 3 pakken koffie. Hoeveel koopt hij er per maand? | | |