Oefenen hoofdstuk 2: Kom je ermee uit?
Invuloefening hoofdstuk 2: oude begrippen Invuloefening hoofdstuk 2: nieuwe begrippen Invuloefening hoofdstuk 2: alle begrippen Giraal of chartaal geld? Rekenmiddel, spaarmiddel of betaalmiddel? Directe of indirecte ruil? Vormen van inkomen Bereken het gemiddelde Rekenen van week naar maand naar jaar Dagelijkse uitgaven, vaste lasten of incidentele uitgaven? Bereken hoeveel je moet reserveren Bereken het rentebedrag Bereken het rentepercentage Kies de juiste reden om te sparen Kies de juiste reden om te lenen Kies de juiste kredietvorm Bereken de kredietkosten Hebben ze de euro, of niet? Kopen en verkopen van vreemd geld Rekenen met wisselkoers