Door te consumeren kun je niet in alle behoeften voorzien. Vriendschap, liefde, gezondheid en geluk kun je niet kopen in de winkel.

Soms voorzie je zelf in een deel van je behoeften. Als je bijvoorbeeld zelf kleding maakt of je eigen groentetuin hebt. Dit heet dan zelfvoorziening.

In de economie heeft men het vaak over middelen. Dit zijn bijvoorbeeld: geld, tijd en bezittingen. Als je veel middelen hebt, kun je in veel behoeften voorzien. Je hebt dan een grote welvaart.

Bij welvaart kijk je hoe je met je middelen in je behoeften kunt voorzien.

Welvaart is niet altijd in geld uit te drukken. Lekker weer, mooie muziek of een goede gezondheid zijn lastig om in geld uit drukken.

Omdat iedereen altijd te weinig geld of tijd heeft is er eigenlijk altijd sprake van schaarste. Schaarste wil zeggen dat je niet genoeg van iets hebt om in alle behoeften te kunnen voorzien.

In het vak economie kijkje hoe mensen, bedrijven en de overheid omgaan met schaarste en welvaart en de keuzes die gemaakt worden. Iedereen heeft namelijk andere ideeën over welvaart en de verdeling van de beschikbare middelen.