|
Paragraaf 1: Wat maak
je?
Produceren is het maken van goederen en diensten. Een product
begint altijd als grondstof en wordt verwerkt tot eindproduct.
Tijdens de productie wordt het product bewerkt, dit noemen we de
productieweg tot het product klaar is.
Meestal werken verschillende bedrijven aan een product. In een
bedrijfskolom kun je alle bedrijven zien die aan een product werken
tijdens de productieweg.
Niet alle bedrijven maken goederen, zo zijn er ook bedrijven die
diensten leveren. Dit noemen we een dienstverlenend bedrijf.
Bijvoorbeeld een transportbedrijf of een schoonmaakbedrijf.
Er zijn drie soorten bedrijven. Industriële bedrijven maken
goederen. Dienstverlenende bedrijven leveren diensten en
agrarische bedrijven produceren vanuit de natuur.
Ieder bedrijf uit de bedrijfskolom voegt waarde toe. Het product
wordt zo meer waard en zal daardoor in prijs stijgen.
Als jij een product in de winkel koopt, moet je BTW betalen. BTW
staat voor belasting toegevoegde waarde. Soms noemt men die ook
wel omzetbelasting. De BTW die jij betaalt moet het bedrijf weer aan de
overheid afdragen.
In Nederland zijn twee BTW-tarieven. 21% voor de meeste (luxe)
producten en 6% op dagelijkse levensmiddelen en noodzakelijke
diensten.
Meestal zijn er meerdere producenten die hetzelfde soort product maken.
Dit zijn dan concurrenten van elkaar. Ze willen natuurlijk zoveel
mogelijk verkopen en het liefst de klanten van een ander bedrijf
overnemen. Dit kan door lagere prijzen of veel reclame maken.
Concurrentie is de strijd tussen bedrijven om klanten van een ander
bedrijf af te pakken.
|
|