|
Paragraaf
2: Wat kun je met de euro?
De euro is de munt die we in Nederland en veel andere landen
gebruiken. Maar niet in heel de EU wordt de euro gebruikt. Alle landen
die de euro gebruiken noemen we de eurozone. Het is de bedoeling
dat op termijn alle EU-landen de euro gaan gebruiken.
Om als land mee te kunnen doen aan de euro moet een land aan een aantal
eisen voldoen. Zo mag een land een begrotingstekort hebben wat
niet te hoog is en moet een land economisch sterk genoeg zijn.
Voor de consument is de euro erg handig. Je kunt makkelijk prijzen
vergelijken en hoeft niet steeds geld te wisselen tussen landen.
Bedrijven hebben hierdoor ook minder (wissel)kosten en kunnen dus
goedkoper producten maken, waardoor de prijzen in de winkel lager
worden. Dit laatste is ook weer gunstig voor de consument.
In de EU is de welvaart niet in ieder land even hoog. De landen
die in 2004 bij de EU kwamen hebben een lagere welvaart dan in
Nederland. De inkomens in die landen zijn lager, er zijn minder luxe
producten en de infrastructuur is er nog niet zo goed.
Door het lidmaatschap met de EU worden nieuwe landen vaak
aantrekkelijker om mee te handelen waardoor de welvaart kan toenemen.
Door invoering van de euro kunnen er meer toeristen komen, komt
er meer handel en investeringen en zal de welvaart toenemen.
De Europese Centrale Bank (ECB) zorgt voor het uitgeven van de
euromunten en eurobankbiljetten. Verder bepaalt de ECB hoe hoog de rente
moet zijn. De ECB heeft dus erg veel invloed.
|
|