|
Paragraaf 3: Hoe leen
je?
Er zijn verschillenden redenen om te lenen:
- Geld tekort
- Tegenvaller
- Nu willen genieten en niet later pas
Als je geld leent moet je zeker weten dat je dit kunt terugbetalen. Een
ander woord voor lening is een krediet. Als je geld leent
voor een duurzaam consumptiegoed (iets wat lang mee gaat),
bijvoorbeeld een televisie of een auto, dan is zo'n lening een
consumptief krediet. Je leent dan om te kunnen consumeren.
Banken bieden verschillende vormen van krediet aan:
- Salariskrediet: je mag tot een afgesproken bedrag rood staan op
je bankrekening. De hoogte van het afgesproken bedrag is afhankelijk van
je maandelijkse loon.
- Persoonlijke lening: je leent een bedrag wat je meteen
ontvangt. Je betaalt in termijnen de lening en de rente terug.
- Doorlopend krediet: je hebt een kredietlimiet of een bedrag
dat je maximaal kan lenen. Op het moment dat je hebt afgelost, mag je
weer tot de kredietlimiet lenen.
Aflossen is het terugbetalen van het geleende geld. Rente
is de vergoeding die je aan de bank moet betalen voor het geleende geld.
Meestal betaal je iedere keer een stukje aflossing en een stukje rente
terug. Dit noemen we een termijn.
Wanneer je geld leent moet je hier rente en vaak ook andere
kosten voor betalen! Dit noemen we kredietkosten.
Kredietkosten = (termijnbedrag x aantal termijnen)
- de lening
Als je geld leent betaal je meer rente, dan wanneer je zou sparen. Zo
maakt de bank winst. Bovendien loopt de bank ook het risico
dat iemand die het geleende geld dit niet kan terugbetalen.
Ook bedrijven bieden krediet aan:
- Kopen op afbetaling: je koopt een product en dit betaal je in
termijnen samen met de rente. Meestal betaal je ook eerst een
aanbetaling. Je bent meteen eigenaar.
- Huurkoop: je betaalt steeds termijn, maar je bent pas eigenaar
als je de laatste termijn hebt betaald.
Als je een huis koopt sluit je vaak een hypotheek af. Een ander
woord voor hypotheek is hypothecaire lening. Als je de aflossing
en rente niet kunt betalen, kan de bank je huis verkopen. Het huis is
dus onderpand: hierdoor heeft de bank zekerheid. Een hypotheek
duurt vaak 30 jaar.
|
|