Directe of indirecte ruil?

Kies het juiste antwoord!

Tweet

1. Piet heeft EUR 1,25 in zijn broekzak en koopt hier een ijsje voor bij de ijscoman die net door de straat komt.
2. Mo vindt een vijf euro biljet op straat en koopt hier een tijdschrift voor.
3. Simone ruilt haar zelfgemaakte schilderij voor een kledingkast waar ze haar jurken kan ophangen.
4. Kees betaalt met zijn chipper de parkeergarage en rijdt de parkeergarage uit.
5. Anita ruilt een geodriehoek voor een passer.
6. Sjaak koopt een Playstation in winkel, hij betaalt met contant geld.
7. Edwin wast de auto van zijn vader, als beloning krijgt hij een Happy Meal van een bekend hamburger restaurant. De vader van Edwin pint het totaalbedrag.
8. Als dank voor de gegeven bijles krijgt een leraar een cadeaubon. De cadeaubon heb je via internet gekocht.