Giraal of chartaal geld?

1. Bij de pinautomaat vraag je je saldo op. Er staat € 137,69 op je rekening.
2. In je portemonnee zit € 15,-. Een bankbiljet van € 10,- en een van € 5,-
3. Op straat vind je een muntje van de Nederlandse Antillen. Er staat fl. 1,- op.
4. Je klasgenoot had € 17,50 geleend en heeft dit vorige week op je rekening gestort.
5. Je leent € 1.500,- van de bank. De bank stort dit op je rekening.
6. Op straat vind je een briefje van € 20,-
7. Vroeger betaalden de mensen op tropische eilanden met schelpen.
8. Je maakt € 500,- over naar je oom in New York. Hij krijgt het geld in dollars op zijn rekening.