1. Je werkt bij de een hamburger-restaurant en ontvangt loon. | | |
2. je krijgt iedere week € 25,- zakgeld van je ouders. | | |
3. Je ontvangt rente omdat je geld spaart bij de bank. | | |
4. Je wast de auto van je vader en hij geeft je € 12,50 voor het geleverde werk. | | |
5. Je oma krijgt al 25 jaar AOW. | | |
6. Het familie-vakantiehuis wordt verhuurd als niemand van de familie er gebruik van wil maken. De opbrengst wordt gedeeld door de gehele familie. | | |
7. Je leent de grasmaaier uit aan de buurman. Die geeft je € 10,- omdat hij de grasmaaier mocht lenen. | | |
8. Je ontvangt een bonus van je baas, omdat je de laatste maanden heel goed werk hebt geleverd. | | |
9. Nederland geeft heel veel geld uit aan ontwikkelingshulp. | | |
10. Omdat je vader werkloos is ontvangt hij een uitkering van de overheid. | | |