Schaarse goederen of vrije goederen?

Hoort het voorbeeld bij schaarse of bij vrije goederen?

Tweet

1. Water in de sloot.
2. Treinkaartje.
3. Wind.
4. Water uit de kraan.
5. Je krijgt les op school van je lerares.
6. Zonlicht.
7. Regen.
8. Wind.
9. Je vindt een paperclip op straat.
10. Zeewater.