1. In een reclamefolder zie je alle specificaties van een auto. Er staat veel informatie in. | | |
2. In Londen zie je een enorm reclamebord met daarop de merknaam Sony en verder niks. | | |
3. Op televisie zie je een reclame voor meer waarden en normen die nodig zijn in de samenleving. | | |
4. Als je 100 spaarzegels spaart, krijg je een cadeaubon. | | |
5. Op het voetbalshirt van staat groot een merknaam. | | |
6. Tijdens je dagelijkse soap: Goede tijden, slechte tijden zie je dat de acteurs steeds hetzelfde merk bier drinken. Het etiket komt steeds heel duidelijk in beeld. | | |
7. De super-goedkope flessen Fanta zijn maar 3 dagen te koop! | | |
8. Aan de deur komt een hypotheekadviseur. Hij legt duidelijk uit hoe de hypotheek werkt. | | |
9. Op het station hangt een poster waaruit blijkt dat mensen minder moeten vloeken. | | |
10. Tijdens een concert prijst de ster onbewust een merk cola aan, door het zelf ook te drinken. | | |