|
De kennis en vaardigheden die werknemers bezitten en waarover de bedrijven
kunnen beschikken noemen we het menselijk kapitaal.
Bij kredietverlening vragen de banken rente van de leners. Bij sparen geven de
banken rente aan de spaarders. Rente is de prijs van geld. We noemen dit ook wel
eens de algemene prijs van tijd. Voor het ter beschikking stellen van kapitaal
ontvang je rente.
Sparen is het niet consumeren van inkomen of het uitstellen van consumptie. Over
het spaargeld krijg je rente. In feite verplaats je consumptie naar de toekomst.
Je ruilt over de tijd. Lenen is wat dat betreft het omgekeerde van sparen.
Consumeren wordt dan naar voor gehaald.
Ook studeren heeft alles te maken met ruilen over de tijd. Een studie kost geld
en tijd. Het is een investering die later vruchten (geld & inkomen) op moet
leveren. Het alternatief van geen hogere studie is meteen gaan werken. Dan kun
je meteen oogsten, zei het dat die oogst tot je pensioen veel lager zal zijn in
vergelijking met iemand die wel een hogere studie heeft gevolgd.
Sparen: Het deel dat niet wordt uitgegeven, dus het niet besteden van inkomen.
Bij kredietverlening vragen de banken rente van de leners. Bij sparen geven de
banken rente aan de spaarders. Rente is de prijs van geleend geld.
De individuele prijs van tijd is het nadeel dat een consument ondervindt als hij
consumptie uitstelt. De consument kan bij een lage individuele prijs van tijd
niet wachten met consumeren. Is de individuele prijs van tijd hoog, dan stelt de
consument graag zijn consumptie uit omdat de rente aantrekkelijk genoeg is om te
wachten met consumeren.
Een stroomgrootheid is iets dat je over een bepaalde periode meet. Een
voorraadgrootheid wordt gemeten op een bepaald moment (er staat dan altijd een
exacte datum of tijdsaanduiding).
|
|