Economiepagina.com

 
  Economie leren en oefenen doe je op economiepagina.com: uitleg, oefentoetsen en alle examens!  
     
     
     
 

oefenopgaven conjunctuur

antwoorden

 
       
   
       
 

terug naar conjunctuur

terug naar lesbrieven

 
     
 

Lesbrieven LWEO
Lesbrief Conjunctuur havo
Begrippen hoofdstuk 3: Keynesiaans model

 
     
 

Consumptie:
Het kopen van goederen en diensten.

Sparen:
Het niet consumeren (van een deel van het inkomen).

Consumptiefunctie:
Het verband tussen de consumptie en het nationaal inkomen.

Marginale consumptiefunctie:
Geeft aan hoeveel van een extra verdiende euro wordt uitgegeven aan consumptie.

Autonome consumptiefunctie:
De consumptie die niet afhankelijk is van de hoogte van het inkomen.

Gemiddelde consumptiefunctie:
Het deel van het inkomen dat wordt geconsumeerd.

Spaarfunctie:
Het deel van het inkomen dat wordt gespaard.

Marginale spaarquote:
Geeft aan hoeveel van een extra verdiende euro wordt gespaard.

Investeren:
Het kopen van kapitaalgoederen, bijvoorbeeld machines en computers door bedrijven.

Autonome investeringen:
Investeringen die niet afhankelijk zijn van het nationaal inkomen.

Inkomensevenwicht:
De totale vraag naar goederen en diensten is gelijk aan het nationale inkomen.

Definitievergelijking:
Een gelijkheid die altijd klopt.

Evenwichtsvoorwaarde:
Het nationaal inkomen is gelijk aan de totale effectieve vraag.

Gedragsvergelijking:
Een vergelijking die het gedrag van de verschillende sectoren in een economie weergeeft. Bijvoorbeeld het gedrag van gezinnen en bedrijven.

Evenwichtsvergelijking:
De voorwaarde waaronder een economisch model in evenwicht is.

Bestedingsvergelijking:
De vergelijking die aangeeft hoeveel de consumenten en de producenten samen willen besteden bij de hoogte van het nationaal inkomen.

     
 

gratis! examentraining

eindexamenpagina.nl

 
       
   
       
 

disclaimer & contact

home