|
Marktaandeel:
Marktaandeel is het aandeel dat een aanbieder van een goed of dienst
heeft in de totale afzet of in de totale omzet op de betreffende
markt over een bepaalde periode.
Oligopolie:
Een oligopolie is een marktvorm waarin een product door slechts een
paar grote aanbieders wordt aangeboden.
Schaalvoordelen:
Financiële voordelen die ontstaan door een hoger productieniveau.
Monopolie:
Een monopolie bestaat waar er slechts één leverancier van een
product of de dienst zijn. Dit staat de leverancier toe om hogere
prijzen aan te rekenen dan als er de concurrentie was.
Verzonken kosten:
Kosten die onmogelijk terugverdiend kunnen worden.
Octrooi (patent):
Een patent of octrooi is een exclusief recht tot het industrieel
maken of verkopen van een product of anderszins het exploiteren van
een uitvinding.
Prijzenoorlog:
Situatie waarin ondernemingen binnen een bepaalde sector elkaar
beconcurreren door prijsverlagingen door te voeren om een groter
marktaandeel te krijgen.
Duopolie:
Een duopolie is een markt die slechts twee leveranciers hebben, of
een markt die door twee leveranciers wordt overheerst zodanig dat
zij gezamenlijk prijzen controleren.
Marktgedrag:
De verschillende strategieën die bedrijven kiezen in hun strijd met
andere bedrijven om het marktaandeel groter te maken.
Productdifferentiatie:
Als een onderneming voor een in de ogen van de afnemers identiek
product
op verschillende tijdstippen of in verschillende omstandigheden
verschillende prijzen hanteert.
Heterogeen product:
Goederen en diensten die in de ogen van de kopers anders zijn dan de
producten van andere aanbieders.
Homogeen product:
Goederen en diensten die in de ogen van de klant exact hetzelfde
zijn als de producten van andere aanbieders.
Substitutiegoederen:
Goederen die elkaar kunnen vervangen. De consument let bij aankoop
alleen op de prijs van het te kopen product.
Kartel:
Een kartel is een afspraak tussen twee of meer bedrijven om de
concurrentie te beperken. Bedrijven kunnen afspraken maken om hun
producten onder een bepaalde prijs te verkopen. Dit is nadelig voor
de consument, omdat prijsafspraken er voor zorgen dat de consument
te veel voor een product moet betalen.
Homogeen oligopolie:
De marktvorm waarbij de beperkte hoeveelheid aanbieders producten
aanbieden die in de ogen van de klanten identiek zijn.
Homogeen duopolie:
Een homogeen duopolie is een markt die slechts twee leveranciers
hebben, of een markt die door twee leveranciers wordt overheerst
zodanig dat zij gezamenlijk prijzen controleren. Ze produceren beide
een identiek product.
Heterogeen oligopolie:
De marktvorm waarbij de beperkte hoeveelheid aanbieders producten
aanbieden die in de ogen van de klanten verschillend zijn.
Prijsleider:
De producent die op een markt de prijs bepaalt.
Monopolistische concurrentie:
Monopolistische concurrentie is een marktvorm die zowel een kenmerk
heeft van een monopolie als van volledige mededinging. Bij
monopolistische concurrentie zijn er namelijk veel aanbieders (als
bij volledige mededinging), terwijl deze aanbieders via marketing
hun product enigszins heterogeen maken waardoor merktrouw van de
consument kan ontstaan. Veel ruimte voor prijsbeleid is er niet op
de markt van monopolistische concurrentie want de klant kan relatief
gemakkelijk overstappen naar een concurrent.
Prijszetter:
Producent die de geproduceerde hoeveelheid en de prijs zelf
vaststelt. |
|