1. De inkomsten die de overheid ontvangt bestaan voor het grootste deel uit .
2. De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land gedurende een jaar is het .
3. Negatief saldo van inkomsten en uitgaven van het Rijk exclusief de aflossingen op de staatsschuld. Dit is het tekort.
4. De is een algemene toelichting van de regering op de verwachte inkomsten en de uitgaven in de rijksbegroting.
5. Pensioenstelsel waarbij de premies die de werkenden in een jaar opbrengen, precies voldoende zijn om de uitkeringen in dat jaar te betalen. Dit is het stelsel.
6. De belastingheffing uitstellen naar de toekomst is een vorm van belasting.
7. De totale schuld van de overheid is de .
8. Een overzicht van alle verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor het komende jaar van de overheid. Dit overzicht is de begroting.
9. De ingelegde premies zijn later alleen bestemd voor de deelnemers die premies hebben betaald. Dit is het stelsel.
10. Het omslagstelsel wordt vooral gebruikt voor het betalen van de .