|
Belastingopbrengst:
De inkomsten die de overheid via belastingen ontvangt.
Bruto binnenlands product (BBP):
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land
gedurende een jaar.
Financieringstekort:
Negatief saldo van inkomsten en uitgaven van het Rijk exclusief de
aflossingen op de staatsschuld.
Kapitaaldekkingsstelsel:
Stelsel waarbij pensioenfondsen de ontvangen premies beleggen om
latere uitkeringen mogelijk te maken. De ingelegde premies zijn
later alleen bestemd voor de deelnemers die premies hebben betaald.
Miljoenennota:
De Miljoenennota is een algemene toelichting van de Nederlandse
regering op de verwachte inkomsten en de uitgaven in de Nederlandse
Rijksbegroting voor een jaar.
Omslagstelsel:
Pensioenstelsel (AOW) waarbij de premies die de werkenden in een
jaar opbrengen, precies voldoende zijn om de uitkeringen in dat jaar
te betalen. De premies die de betalers betalen worden als het ware
direct omgeslagen naar degene die de pensioenen (AOW) ontvangen.
Rijksbegroting:
Een overzicht van alle verwachte inkomsten en verwachte uitgaven
voor het komende jaar van de oveheid.
Staatsschuld:
De totale schuld van de overheid.
Uitgestelde belasting:
De belastingheffing uitstellen naar de toekomst. |
|