|
Aandeel:
Aandelen zijn eigendomsbewijzen van deelneming in een bedrijf. Dit
betekent dat iemand die aandelen bezit, mede-eigenaar is van een
bedrijf.
Aandelenemissie:
De uitgifte van nieuwe aandelen door een bedrijf.
Bedrijfsobligatie:
Een schuldbewijs van een bedrijfslening.
Belegger:
Iemand die aandelen koopt om hiermee geld te verdienen.
Effecten:
Waardepapieren zoals aandelen en obligaties.
Handelen met voorkennis:
Misbruik maken van kennis en hiermee financieel voordeel behalen.
Handelen met voorkennis is verboden.
Kapitaalmarkt:
Vraag naar en aanbod van krediet en effecten.
Risicopremie:
Een (mogelijk) hogere opbrengst door hoger risico. Of een (mogelijk)
lagere opbrengst door een lager risico.
Staatsobligatie:
Een schuldbewijs van een overheidslening.
Verwacht rendement:
De verwachte opbrengst van een investering delen door de waarde van
de investering als percentage. |
|