Economiepagina.com

 
  Economie leren en oefenen doe je op economiepagina.com: uitleg, oefentoetsen en alle examens!  
     
     
     
     
 

 

antwoorden

 
       
   
       
 

 

terug naar Index 3e klas

 
     
 

Index havo / vwo 3e klas
Hoofdstuk 2: Ondernemen, wie durft?

 
     
 

BTW komt er bij!
Bereken de prijs zonder BTW
Constante en variabele kosten oefening
Bereken de omzet
Bereken de brutowinst
Bereken de nettowinst
Balans of resultatenrekening?
Bereken de brutowinst
Bereken de nettowinst
Bereken hoeveel je moet reserveren
Bereken de afschrijving
Welke soort reclame?
Marketinginstrumenten: de vier P's

Inclusief btw:

De kostprijs van een product verhoogd met het wettelijk verplichte BTW-percentage.

Exclusief btw:
De kostprijs van een product, waarbij nog geen BTW is opgeteld.

Omzet:
Het aantal verkochte producten x de verkoopprijs.

Handelsonderneming:
Een handelsonderneming is een bedrijf dat producten in- en verkoopt. De handel zelf verandert niets aan een product, maar verkoopt het door zoals het was.

Balans:
Een overzicht op een bepaald moment van bezittingen en schulden van een bedrijf op een bepaald moment.

Constante kosten (vaste kosten):
Vaste kosten of constante kosten zijn kosten die niet variëren met de omvang van de productie (voor bedrijven) of met gebruik (voor consumenten). Een voorbeeld van constante kosten zijn de afschrijvingskosten van een bepaalde machine, die maximaal 5000 producten kan maken. Of de machine 100 of 1000 producten produceert maakt voor de afschrijvingskosten niet uit. Deze kosten zijn dus constant.

Variabele kosten:
Variabele kosten zijn kosten die veranderen door een toename of afname in de productieomvang, zoals grondstofkosten.

Brutowinst:
Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde.

Nettowinst:
Wat er over blijft van de winst van een bedrijf als alle bedrijfskosten er af zijn gehaald.

Inkoopwaarde van de omzet:
De totale waarde van alle ingekochte producten.

Break-evenpunt:
De omvang van de productie waarbij de totale kosten en de totale opbrengsten aan elkaar gelijk zijn.

Dekkingsbijdrage:
De verkoopprijs verminderd met de variabele kosten per product.

Activa:
Alle bezittingen van een onderneming.

Passiva:
In de economie zijn passiva de bronnen waarmee een onderneming gefinancierd is, in feite al het geld dat in de onderneming geïnvesteerd is.

Credit:
De rechterkant van de balans waarop het eigen vermogen en het vreemd vermogen van een bedrijf staan. Aan de creditzijde staat dus vermeld hoe de onderneming zijn bezittingen heeft betaald.

Debet:
De linkerkant van de balans waarop de bezittingen van een bedrijf staan.

Debiteuren:
Dit zijn openstaande rekeningen van reeds geleverde goederen die nog niet  zijn betaald. Een debiteur is iemand die jou nog moet betalen.

Crediteuren:
Crediteuren zijn alle openstaande rekeningen van een onderneming of organisatie die nog betaald moeten worden. Een crediteur is een schuldeiser die je nog moet betalen.

Liquiditeit:
De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen.

Afschrijvingen:
De kosten van waardevermindering van machines.

Solvabiliteit:
Onder de solvabiliteit van een onderneming wordt verstaan of zij kan voldoen aan haar financiële verplichtingen aan de verschaffers van vreemd vermogen.

Marketing:
Alles wat een bedrijf doet om meer producten te verkopen.

Promotiebeleid:
Het reclamebeleid van een onderneming om meer producten te verkopen.

Plaatsbeleid:
Het beleid van een onderneming lettend op de locatie, de plaats waar het bedrijf zit.

Prijsbeleid:
Het beleid van een onderneming waarbij de prijs wordt vastgesteld.

Productbeleid:
Het beleid achter het product, hierbij let het bedrijf op het product zelf en de verpakking.

Ondernemingsvorm:
De juridische vorm van een bedrijf.

Eenmanszaak:
Ondernemingsvorm waarbij er slechts één eigenaar is.

Vennootschap onder firma (VOF):
Onderneming met meerdere eigenaren. De eigenaren zijn met hun privévermogen aansprakelijk. De winst wordt verdeeld over de eigenaren.

Hoofdelijk aansprakelijk:
Iedere firmant kan worden aangesproken voor de totale schuld.

Besloten vennootschap (BV):
Ondernemingsvorm met een scheiding tussen de dagelijkse leiding en de personen die eigenaar zijn. De aandeelhouders zijn niet met hun privévermogen aansprakelijk. De aandelen staan op naam.

Naamloze vennootschap (NV):
De naamloze vennootschap is een rechtspersoon waarvan het maatschappelijk kapitaal verdeeld is in aandelen die vrij overdraagbaar zijn.

Rechtspersoon:
Een bedrijf met eigen rechten en verplichtingen.

BTW komt er bij!
Bereken de prijs zonder BTW
Constante en variabele kosten oefening
Bereken de omzet
Bereken de brutowinst
Bereken de nettowinst
Balans of resultatenrekening?
Bereken de brutowinst
Bereken de nettowinst
Bereken hoeveel je moet reserveren
Bereken de afschrijving
Welke soort reclame?
Marketinginstrumenten: de vier P's

     
 

gratis! examentraining

eindexamenpagina.nl

 
       
   
       
 

disclaimer & contact

home