Economiepagina.com

 
  Economie leren en oefenen doe je op economiepagina.com: uitleg, oefentoetsen en alle examens!  
     
     
     
 

oefenopgaven module 8

antwoorden

 
   
 

terug naar module 8

terug naar modules

 
     
 

Praktische Economie
Module 8: Goede tijden, slechte tijden vwo
Begrippen hoofdstuk 1: De conjunctuurbeweging

 
     
 

Anticyclische variabele:
Variabele die een tegenovergestelde beweging laat zien ten opzichte van de conjunctuur.

Appreciatie:
Een stijgende wisselkoers bij een systeem van zwevende wisselkoersen.

Beperkt zwevende wisselkoers (stabiele wisselkoers):
Systeem waarbij de wisselkoers binnen grenzen mag zweven.

Conjunctuurbeweging:
Schommelingen van het niveau van de bestedingen ten opzichte van de productiecapaciteit.

Conjunctuurindicator:
Economische variabele die de conjunctuurbeweging volgt.

Conjunctuurlijn:
Schommelingen van het niveau van de bestedingen ten opzichte van de productiecapaciteit.

Depreciatie:
Een dalende wisselkoers bij een systeem van zwevende wisselkoersen.

Depressie:
Wanneer de economie drie of meer kwartalen achter elkaar krimpt.

Devaluatie:
Verlaging van de vaste wisselkoers wisselkoers door de centrale bank of overheid.

Econometrie:
De wetenschap van het economisch voorspellen met behulp van wiskunde, statistiek en informatica.

Hoogconjunctuur:
Situatie waarbij de consumenten meer willen kopen dan er kan worden geproduceerd.

Koopkracht:
Koopkracht geeft aan hoeveel goederen een huishouden kan kopen met het besteedbaar inkomen.

Kuddegedrag:
Het gedrag waarbij deelnemers aan de economie elkaar na gaan doen.

Laagconjunctuur:
Situatie waarbij de consumenten minder willen kopen dan er kan worden geproduceerd.

Onvrijwillig werkloos:
Werkloos zijn zonder dat je daar zelf voor gekozen hebt. Bijvoorbeeld door ontslagen te zijn.

Procyclische variabele:
Een economisch gegeven dat mee ontwikkeld met de conjunctuurlijn.

Recessie:
Het nationaal inkomen groeit minder hard dan de trend.

Revaluatie:
Een verhoging van de spilkoers.

Trendmatige groei:
De trend is de meest evenwichtige groei van de conjunctuur. De gemiddelde toename van de economie.

Zwevende wisselkoers (variabele wisselkoers):
De wisselkoers wordt helemaal overgelaten aan vraag en aanbod op de valutamarkt.

Vaste wisselkoers:
Wisselkoerssysteem waarbij landen hebben afgesproken om hun valuta tegen een onveranderlijke koers om te wisselen.

Vrijwillig werkloos:
Werkloos zijn waar je zelf voor hebt gekozen. Bijvoorbeeld door ontslag te nemen.

Waardevaste uitkering:
De pensioenen en uitkeringen stijgen evenveel als het inflatiepercentage.

Welvaartsvaste uitkering:
De pensioenen en uitkeringen stijgen evenveel als de gemiddelde stijging van de CAO-lonen.

Wisselkoers:
Ruilverhouding tussen twee valuta.

 
     
 

gratis! examentraining

eindexamenpagina.nl

 
   
 

disclaimer & contact

home