Economiepagina.com

 
  Economie leren en oefenen doe je op economiepagina.com: uitleg, oefentoetsen en alle examens!  
     
     
     
 

oefenopgaven module 8

antwoorden

 
   
 

terug naar module 8

terug naar modules

 
     
 

Praktische Economie
Module 8: Goede tijden, slechte tijden vwo
Samenvatting Module 8 deel 1

 
     
 

Hoofdstuk 1: De conjunctuurbeweging

De bestedingen die gedaan worden bij bedrijven zijn afkomstig van gezinnen, van andere bedrijven, van de overheid en van het buitenland.

Als de totale bestedingen kleiner zijn dan de productiecapaciteit is er sprake van onderbesteding. Bij onderbesteding oftewel laagconjunctuur, geven de gezinnen, bedrijven, overheid en het buitenland minder geld uit dan normaal (onder de trend), waardoor er werkloosheid ontstaat (door daling v/d bestedingen) terwijl er genoeg arbeidsaanbod is.

Door de onderbesteding ontstaat conjuncturele werkloosheid en die ontstaat weer door het teruglopen van de vraag naar goederen of diensten. Maar als de bestedingen toenemen, zullen de bedrijven meer producten verkopen en meer mensen in dienst nemen, hierdoor zal de conjuncturele werkloosheid afnemen.

Bij overbesteding oftewel hoogconjunctuur, wordt er meer besteed/gekocht dan de bedrijven kunnen produceren, hierdoor ontstaat er een tekort aan goederen, de prijzen zullen stijgen en heeft inflatie tot gevolg. De bedrijven zullen proberen hun productiecapaciteit uit te breiden, ze willen meer werknemers in dienst nemen en de vraag naar personeel neemt toe waardoor de lonen stijgen.

De effectieve vraag = totale bestedingen worden ook wel het nationaal product of nationaal inkomen genoemd. Door economisch herstel neemt het nationaal product toe, omdat er meer wordt besteed. Doordat er meer wordt besteed kan overbesteding ontstaan. Dit komt door de hogere beloningen die wordt ontvangen voor de inzet van de productiefactoren. Als het nationaal product daalt, is er sprake van een krimp en doet zich een recessie voor.